De vereniging
De oorsprong van de Gilde van de Stroppendragers gaat terug naar de revival van de Gentse Feesten begin jaren ’70.
Een zekere Walter De Buck blaast rond Sint-Jacobs de aloude Gentse Feesten nieuw leven in. In deze context is er een groep lochte Gentenaars, zeg maar de stamgasten van café de Tempelier, die tussen pot en vooral veel pinten, het idee opteren om de aandacht van de voorbijlopende goegemeente op ludieke wijze naar zich toe te trekken. Aangezien zij zich allen Gentenaars voelden, gingen zij de straat op ‘verkleed’ als stropdrager. Bedoeling was te tonen dat zij echte, geboren en getogen Gentenaars waren, echte stropdragers…
Een eerste Rondgang was een feit; we acteren 26/07/1974.
Onder impuls van wijlen Julien Colle, werd hieropvolgend een feitelijke vereniging gesticht op 25 september 1973. Zij had haar zetel in café de Tempelier in de Meersenierstraat nabij de Vrijdagmarkt. Bedoeling was nu de boetetocht van 3 mei 1540 jaarlijks te evoceren, en daarmee de oorsprong van de roepnaam stropdrager te duiden. Een jaar later trok voor het eerst een groep van Gentenaars, deels blootvoets, in tabbaard en met een strop om de hals, door de straten. Als parcours noteren we: Meersenierstraat, Vrijdagmarkt, Langemunt, Groetenmarkt en terug.
Buiten de traditionele Rondgang werden ook stilaan andere activiteiten ontplooid welke de aanwezigheid van de Gilde in het Gentse beklemtoonden. Deze waren niet altijd een onverdeeld succes, maar maakten dat de Gilde vlot over de tong ging.
Zo was er de verkiezing van het Gentse Stropke tijdens de Gentse Feesten, waarbij de Gilde het gebruik van het Gentse dialect onder de jeugd wou stimuleren. Onder de laureaten vinden we onder andere terug: Lutgarde Burggraeve, Kathleen Mortier, Steven Seghers, Ghislain Ostijn, Filip De Bolster, Peter Braet, Danny De Meyer, Sabrina, Myriam De Meyer, David De Meyer, …
Gilde van de Stroppendragers
Uit de feitelijke vereniging ontstond in 1977 de v.z.w. ‘Gilde van de Stroppendragers’.
Onder de stichtende bestuurders zien we: Julien Colle, Vandeveegaete Robert, De Wilde Norma, Hellebaut Luc en Clément Peter.
Tot haar statutaire doelstellingen behoren:
‘… De bevordering, de verspreiding en de inhandhaving van de nagedachtenis van de opstand van de stad Gent tegen Keizer Karel V in 1539-1540, en in het bijzonder de uitvoering van het vonnis van de Grote Raad van Mechelen van29 april 1540, waarbij de privileges van Gent verbeurd verklaard werden, alle goederen behorend aan de stad en de ambachten in beslag werden genomen; de stad veroordeeld werd tot een zware boete en tot betaling van haar aandeel in de bede die zij geweigerd had te betalen; voorts de processie van de schepenen, dertig poorters, de deken van de wevers, zes leden van iedere ambacht, vijftig wevers en vijftig ‘creesers’, welke blootsvoets en in hun hemd, de ‘creesers’ bovendien met de strop om de hals, die de keizer en de landvoogdes Maria van Hongarije om vergiffenis moesten smeken.
Tot slot de gehele politieke en sociale context waarin deze gebeurtenissen en feiten zich afspeelden…’
Zoals eigen aan veel verenigingen, heeft ook de Gilde van de Stroppendragers te kampen gehad met onontkombare kinderziektes en groeipijnen. Haar bestaan wordt gekenmerkt door hoogtes, maar ook laagtes. Echter steeds werden er binnen de vereniging mensen gevonden die het belang ervan boven alles plaatsten en deze konden behoeden voor elke terugval. Toch zijn een paar kantelmomenten bepalend geweest voor de Gilde.
Een eerste moment is wanneer werd besloten om het lidmaatschap van de Gilde te beperken tot diegenen die in Gent zijn geboren. Begrijpelijkerwijze waren sommige leden van het eerste uur, Gentenaars, doch niet van geboorte, ontgoocheld en keerden zij de vereniging, niet altijd sans rancune, de rug toe.
Niet onvreemd aan creatieve en ondernemende geesten, is de drang om zaken snel en intuïtief aan te pakken, daarbij soms al iets te voortvarend en niet altijd even consistent, doch vaak met goede bedoelingen. Zo was er na verloop van tijd toch de groeiende onvrede binnen de vereniging omtrent de te autoritaire hand van haar stichter. Deze lang aanslepende onvrede moest jammer genoeg, maar onvermijdelijk, uitmonden in zijn wegstemmen als voorzitter in 1988; een andere mijlpaal in de geschiedenis van de Gilde.
In 1982 reeds had hij ook al een nieuwe vereniging opgericht ter promotie en instandhouding van het Gentse dialect, met name ‘de Gentse Sosseteit’.
Met de verkiezing van Dominique Morel de Westgaver als voorzitter in 1988 kwam een
einde aan de interne twisten. Als concensusfiguur kon hij het stof laten neerdalen en stonden de neuzen voortaan in dezelfde richting. Met minzame hand en met oog voor wat er leefde onder de leden, zou hij de Gilde van de Stroppendragers de volgende 16 jaar laten uitgroeien van een rebelse puber tot een elegante volwassen dame.
De activiteiten buiten de Rondgang waren nu intimistischer en poogden om de Gildebroeders en hun families periodiek samen te brengen. We spreken over banketten, culturele uitstappen, geleide bezoeken, etc… Dit alles met slechts één rode draad: een innige verbondenheid met de stad Gent, haar koppige inwoners, haar trotse verleden en haar unieke taal en cultuur.
In deze periode werd ook de samenwerking met de toenmalige Keizer Karelstichting een feit. Vooral vanuit het stadsbestuur werd op deze samenwerking aangedrongen. Deze samenwerking werd niet door eenieder binnen de vereniging gedragen en was ook de reden waarom enkele leden definitief afhaakten. De vrees dat een intieme en ingetogen herdenking aan de boetetocht van 1540 zou verworden tot een theatraal en carnavalesk gebeuren was al dan niet terecht. Ze vestigt tevens de vaak geveinsde rivaliteit tussen beide verenigingen; tenslotte was Karel V in 1540 onze ‘vijand’.
Dat deze historische uitbouw van de Rondgang met de komst van de Keizer Karelstichting een grotere externe belangstelling met zich meebracht, staat buiten kijf. Of de Gilde hiervoor vragende partij was, is een andere zaak.
Na de nodige jaren van aftasten, verkennen en aanpassen is er nu een werkbaar evenwicht; een ‘cohabitation’. Ook de stichting Keizer Karel Gent streeft nu een historisch correcte invulling na en probeert elke wildgroei tegen te gaan.
De Rondgang werd voortaan gecoördineerd door de dienst Feestelijkheden van de stad Gent, waardoor een aanzienlijke organisatorische kommer wegviel.
Een vernieuwde ploeg onder voorzitterschap van Jacques Tytgadt (2004-2008) trok deze tendens door, en legde daarnaast de kiem voor een doorgedreven modernisering van de Gilde.
De Gilde vandaag
De Gilde van de Stroppendragers is inmiddels een volwassen en zelfbewuste veertiger geworden. De nostalgische tijden met archaïsche boekhoudingen op bierviltjes zijn reeds lang vervlogen; de Gilde is vandaag een gezonde en moderne v.z.w. met weliswaar nog even koppige, als fiere leden.
Het huidige bestuur, met als voorzitter Alain Colbrant (2008- ) kiest dan ook resoluut voor een verdere professionalisering en betracht de continuïteit van de vereniging te verzekeren door de kaart van de verjonging te trekken.
Naast haar focus om de herkomst van de roepnaam ‘stropdrager’ levendig te houden,
probeert de Gilde secundair het Gents cultureel erfgoed te promoten en wil zij een ambassadeur zijn van het verleden voor de hedendaagse stad.
Voornamelijk vol ernst, maar soms ook met een lach en zelfbedruipende ironie wil zij bovendien de vastberadenheid en het eigenzinnig karakter van de fiere Gentenaar eren.
Zij doet dit op eigen initiatief, maar vaak ook op eenvoudig verzoek; er steeds over wakend niet te verworden tot een attractie. Met andere woorden: zij is kieskeurig.
Dat het niet altijd volle ernst moest zijn getuigen ook onze jaarlijkse deelnames aan de openingsparade van de Gentse Feesten, waar met een knipoog naar de toenmalige actualiteit onze ludieke ziel werd blootgelegd. Tot spijt van velen werd de openingsparade van de Gentse Feesten afgeschaft en vond een laatste editie plaats in 2014. Misschien waren de parades niet altijd van top-niveau, ze waren des te meer een authentiek en levend programmaboekje voor de Gentse Feesten.
Toch blijft de hoofdactiviteit van de Gilde van de Stroppendragers, de jaarlijkse Rondgang, waarmee het destijds allemaal begon. In de loop der jaren werd de Rondgang een begrip tijdens de Gentse Feesten en er ver buiten.
Het betreft dat ene, kortstondige moment van reflectie midden het feestgedruis, waarbij de Gentenaar even stilstaat bij zijn historische eigenheid; fier op zijn groots rebels verleden en de koppige rechtvaardigheidsdrang hem eigen. Als de korte roepnaam ‘stropdrager’ dit alles belichaamt, dan kan het niet anders dan een eretitel zijn: een titel die met eer wordt gedragen.